Kamerplant: Yucca of palmlelie
De Yucca (Palmlelie) komt aan als een kale houten knuppel. In de warme kas gaat de plant wortelen en uit de slapende ogen op de stam ontspruiten jonge loten, waaruit nieuwe bladhoofden groeien.
De Yucca wordt in twee soorten als kamerplant aangeboden. De Yucca aloifolia, met lange, speervormige bladeren. De scherpe punt op het uiteinde daarvan veroorzaakt gemakkelijk kwetsuren. Y. elephantipes heeft een breder, slapper en minder gevaarlijk blad. De bladeren van beide soorten zijn dik en hard en kunnen veel vocht opslaan. Daardoor doet deYucca het erg goed in een droge omgeving.
De plant wordt vrij snel groot en is goed geschikt voor grotere ruimtes.
Vanaf half mei mag de plant naar buiten of kan ze op een zonnige plek in de tuin worden ingegraven. Ten laatste half oktober moeten ze terug naar binnen. Yucca`s in de tuin overhouden kan alleen met kouderesistente tuinsoorten alsYucca filamentosa, Y. flaccia of Y. gloriosa.
De plant naar buiten brengen lukt enkel door haar geleidelijk aan de nieuwe omstandigheden aan te passen. Eerst krijgt ze een lichte, beschutte en schaduwrijke plek, die stap voor stap voor een zonniger plaats worden ingeruild. Bij gebrek aan schaduw de plant met lichte jute of vitragedoek afdekken. Zoniet is de kans op bladverbranding groot.
Ook binnenskamers gedijt de plant het best op een lichte, zonnige en niet te warme plek.
Planten die het jaar rond binnen blijven zijn gebaat met een warm, matig zomerbuitje of een sproeibeurt onder een lauwe douche.
Enkele praktische tips voor het gebruik:
Yucca`s zijn erg gevoelig voor dop-, schild- en wolluizen, op de jonge bladeren en tussen de bladoksels. Verdelgen door het gros met een zachte doek weg te vegen of plat te drukken. Daarna met een kwast gedrenkt in bladspiritus, jenever of een andere alcoholoplossing de resterende luizen aanpakken. De behandeling enige keren herhalen. Insecticide is ongeschikt, omdat die de hele plant vergiftigt.
Planttype
Bladplant met een schubbige, houtige stam in twee kamersoorten. Naast de groenbladige Y. aloifolia zijn er twee bonte rassen, Quadricolor en Tricolor.40 tot 200 cm hoog, soms hoger. Min. 50 cm breed, afhankelijk van het aantal scheuten. Geschikt als kuipplant