Latijnse naam | Tecophilaea cyanocrocus var. violacea |
Plantennaam | Chileense blauwe krokus |
Familie | Tecophilaeaceae |
Soort gewas | Bol- en knolgewassen |
Groeihoogte max. | 10 - 20 cm |
Bloeikleur | Violetblauw |
Bloeimaand | April |
Bladkleur | Blauwgroen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Zon |
Habitat | Droge bodem, Normale bodem, Stenige bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Geurende bloem, Kuipplanten, Rotsplanten |
Tecophilaea cyanocrocus var. violacea afkomstig uit het Andesgebergte in Chili, bloeit met kortgesteelde paarsblauwe bloemen met een wit centrum. Bloeit in land van herkomst in oktober/november maar in ons klimaat in de vroege lente.
Ondanks de naam is het geen krokus en zijn zelfs niet verwant aan mekaar.
Tecophilaea cyanocrocus vormt lineaire vlezige bladeren.
Het zijn niet de gemakkelijkste planten maar wel de moeite waard om te proberen.
Niet winterhard kan men ze beter in pot kweken. Op rijke zandgrond zou het nog lukken om de plant te kweken in volle grond.
Ze verlangen een vruchtbare, goed doorlaatbare grond. Vooral geen natte grond.
Plant ze bvb in een rotstuin, in een deel met veel zand op een diepte van 8cm. Een rotstuin heeft meestal hoogteverschillen en daardoor minder last van teveel water.
Wie ze in pot plant kan de knollen in oktober planten in potgrond gemengd met 30/40% steenslag of metselzand. Laat ze zo buiten staan en haalt ze binnen van zodra het gaat vriezen.
Zet ze op een lichte koele plek.
Na de bloei in de lente, wanneer de plant afsterft kan men de pot droog wegzetten. De knollen in oktober weer uithalen, de grond vernieuwen en weer planten.