Latijnse naam | Lantana montevidensis |
Plantennaam | Kruipende wisselbloem |
Familie | Verbenaceae |
Soort gewas | Halfheesters |
Groeihoogte max. | 50 - 70 cm |
Bloeikleur | Paars |
Bloeimaand | Mei, Juni, Juli, Augustus, September, Oktober |
Bladkleur | Groen |
Wintergroen | Bladverliezend |
Winterhardheid | Niet winterhard |
Standplaats | Zon, Halfschaduw |
Habitat | Normale bodem, Vochtige bodem |
PH bodem | Neutraal |
Speciale kenmerken | Bodembedekkers, Bijen aantrekken, Vlinders aantrekken, Kuipplanten, Aromatisch |
Lantana montevidensis groeit oorspronkelijk in Zuid-Amerika maar wordt in ons klimaat als een éénjarige geteeld.
Heeft lange kruipende of hangende, zacht behaarde stengels met aromatische, eironde, getande bladeren.
De ronde bloemtrosjes geuren en bloeien lilapaars, ze zijn kleiner maar talrijker dan bij de L.camara.
H.40-75 x Br.100-150cm.
Weerstaat aan droge zomers en is bestand tegen enkele graden vorst (-2/-5°C) mits beschut en de grond goed doorlaatbaar is. Het eerste jaar is de plant wel gevoeliger voor vorst.
In het voorjaar worden lantana's geplant in goed doorlatende, normaal vochtige, vruchtbare humusrijke grond op een zonnige en warme locatie.
Bemest één keer per week met vloeibare mest.
Regelmatig uitgebloeide bloemen verwijderen stimuleert nieuwe bloei.
De teelt in pot maakt het mogelijk om de planten in een veranda vorstvrij te overwinteren. Na de laatste vorst kan men de plant weer buiten zetten.
Vermeerderen: stekken van jong hout in het voorjaar of halfrijp hout in de zomer.