Hugo
de benaming basterdsuiker kom je meestal tegen in Nederlandse recepten,, basterdsuiker is gewoon witte suiker (kristalsuiker),, bruine basterdsuiker is de donkerbruine suiker die wij kennen en gele basterdsuiker is de lichte varieteit van de donkerbruine,, de cassonade graeffe is nog een ander soort bruine suiker, meer poedervormig, die noemden wij vroeger 'kinderkessuiker', en wordt niet zoveel gebruikt bij het bakken,, wel lekker op een boterham met een dikke laag platte kaas
een greep uit mijn cursus warenkennis van vroeger over 'zoetmakers'
Fructose: vruchtensuiker
Lactose: melksuiker
Glucose: druivensuiker
Maltose: moutsuiker
Kristalsuiker: In de keuken beter gekend als de ‘witte suiker’. Deze suiker wordt gebruikt in koffie, thee, voor de productie van chocolade, yoghurt, koeken, snoep, frisdrank en ijs.
Basterdsuiker: Basterdsuiker is een typisch, traditioneel Nederlands product. Het wordt verkregen door aan fijngekookte of fijngemalen kristalsuiker een invertsuikeroplossing toe te voegen. Om basterdsuiker bruin te kleuren wordt een karameloplossing (verhitte suiker) toegevoegd. Zo ontstaan er drie soorten: witte, gele en bruine basterdsuiker. Hoe donkerder de basterdsuiker, hoe hoger het gehalte aan invertsuiker, vocht en karamel.
Poedersuiker: Poedersuiker is heel fijn gemalen kristalsuiker. Deze suiker lost veel sneller op in het speeksel. Men gebruikt poedersuiker veel als versiering. Poedersuiker wordt niet alleen gebruikt bij zoete bereidingen zoals oliebollen, pannenkoeken en wafels, maar ook bij de productie van chocolade, snoepjes en roomijs.
Suikerklontjes: Tegenwoordig worden suikerklontjes gemaakt van vochtige suiker die eerst samengeperst worden, daarna gedroogd en verpakt. Suikerklontjes worden vooral in de horeca gebruikt.
Kandij: Kandijsuiker was oorspronkelijk bekend als een middel tegen keelpijn en verkoudheden. Kandij ontstaat wanneer men in een onverzadigde warme suikeroplossing kristallen laat groeien. Om de donkere kandijsoorten te bekomen wordt er een carameloplossing toegevoegd. Kandijsuiker wordt voornamelijk gebruikt in koffie of thee.
Geleersuiker: Wanneer men bij kristalsuiker pectine en citroenzuur voegt, bekomt men geleersuiker. Deze suiker is geschikt voor het maken van jam, marmelade en gelei.
Invertsuiker: Invertsuiker is een mengsel van glucose en fructose dat men verkrijgt door invertie van suiker. Deze suiker wordt voornamelijk gebruikt bij de bereiding van koeken om ze langer zacht te houden.
Rietsuiker: Rietsuiker wordt vervaardigd uit suikerriet. Eigenlijk wordt er voor ruwe rietsuiker één stap van het zuiveringsproces bij de suikerproductie overgeslagen, daarom heeft rietsuiker een bruine kleur.
Suikerstroop: Stroop wordt bereid uit de kooksels van de suikerfabricage. Er is donkerbruine en goudkleurige stroop. Stroop wordt vaak gegeten bij pannenkoeken of als broodbeleg, maar in de industrie gebruikt men stroop vooral bij de bereiding van koeken en stroopwafels. Bietsuikerstroop is een stroop die erg in trek is. Bietsuikerstroop bevat erg veel mineralen waaronder een hoog ijzergehalte.
Ahornsiroop is een suikervervanger die ideaal is voor gebak, mousses, bonbons, als zoetmiddel voor koffie of thee of als broodbeleg.
Melasse: Melasse verkrijgt men uit de kooksels van suikerriet of –biet waarin onzuiverheden van sappen opgehoopt zitten. Melasse wordt ook zoute stroop genoemd en is rijk aan mineralen. Deze stroop is bijna zwart van kleur en de smaak is minder zoet dan bij andere stroopsoorten. Men gebruikt deze stroop vooral in de levensmiddelenindustrie.
Honing: Een belangrijke zoetstof is honing. Honing wordt veel gebruikt bij de bereiding van snoepgoed, gebak, pannenkoeken en stroop. Honing geeft een extra zachte smaak en wordt gebruikt bij de productie van noga en caramel. Bovendien bevat honing minder calorieën dan suiker.
groetjes